De donkere kamer van Damokles

De donkere kamer van Damokles is een beroemde roman van de Nederlandse schrijver Willem Frederik Hermans. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ontmoet de hoofdpersoon Henri Osewoudt zijn dubbelganger en ‘negatief’ Dorbeck. Dorbeck laat Osewoudt een belangrijke rol spelen in het Nederlandse verzet. Maar dit komt Osewoudt duur te staan.

Gepubliceerd in de groene amsterdammer.

Omkering is een belangrijk thema in het boek, evenals fotografie. Analoge fotografie is een opeenvolging van omkeringen. Het verhaal van het zwaard van Damokles (uit de klassieke Griekse cultuur) wordt gecombineerd met de donkere kamer waar foto’s worden ontwikkeld. Een foto wordt verondersteld antwoorden brengen, objectief te zijn, maar is dat uiteindelijk niet.

Een ander belangrijk thema is de enigszins vertekende Oedipusmythe. Osewoudt’s moeder doodt zijn vader met een koevoet. Judo geeft Osewoudt gezwollen voeten, de letterlijke betekenis van Oedipus. Oedipus steekt zijn eigen ogen uit. Op vergelijkbare wijze is Osewoudt blind voor andere perspectieven op de wereld om hem heen.

En ten slotte toont het beeld de beroemde eerste zinnen van het boek: een verhaal dat aan Osewoudt wordt vertelt. Een man op een vlot sterft bijna van de dorst, en haat het zeewater om hem heen. Toch gaat de man door de knieƫn wanneer hij het water nodig heeft om zijn vlot te blussen als het in brand staat na een blikseminslag.